Breng je geldzaken op orde met de 50/30/20-regel

Hoe verdeel je je geld op een slimme en overzichtelijke manier, zodat je je huur kan betalen, spaart voor de toekomst en ook nu leuk kan leven? Één van de methodes die je kunt gebruiken is de 50/30/20-regel. Misschien heb je er al eens van gehoord? De 50/30/20-regel is een hele makkelijke methode om je geld slim te verdelen zonder al te veel gedoe. Hoe dat werkt, lees je in deze blog.

Deel deze blog:

Het basisprincipe van de 50/30/20-regel

Met de 50/30/20-regel verdeel je je geld als volgt: 50% van je netto inkomen is voor vaste lasten, 30% is voor persoonlijke behoeften (lekker spenden dus!) en 20% is voor sparen, beleggen en het aflossen van schulden. Een super eenvoudige methode dus, maar wel eentje waarmee je financiële discipline én een potje voor de toekomst opbouwt. 

Categorie 1: Vaste lasten

Binnen de categorie vaste lasten vallen verschillende uitgaven die elke maand terugkeren. Denk hierbij aan je huur, telefoonabonnement, de energierekening, verzekeringen, belastingen, en de boodschappen. Volgens de 50/30/20-regel mag je maximaal 50% van je inkomen uitgeven aan je vaste lasten. Geen idee hoeveel jij uitgeeft aan je vaste lasten? Gebruik dan de Skere Student kasboek tool (€14,95). Hiermee zie je in één oogopslag wat je uitgeeft en waaraan. Kom je er vervolgens achter dat jouw vaste lasten hoger zijn dan 50% van je inkomen? Probeer dan om je vaste lasten te verlagen, of zorg voor meer inkomen. 

Hoe verlaag je je vaste lasten?

Een van de makkelijkste manieren om je vaste lasten te verlagen is door abonnementen op te zeggen of te delen. Maar kan of wil je niet opzeggen of delen? Dan kan je ook verschillende aanbieders met elkaar vergelijken, overstappen, en in sommige gevallen zelfs onderhandelen over het tarief. Een telefoontje naar je internetprovider kan je bijvoorbeeld zomaar een paar tientjes opleveren, als je zegt dat je overweegt over te stappen naar een andere provider die een leuke welkomstactie biedt. Zijn je vaste lasten nog steeds veel te hoog? Dan is de grote boosdoener waarschijnlijk je huur. Je kunt dan overwegen om te verhuizen naar een goedkopere kamer (als je die kan vinden), of zoek uit of je je huur kunt laten verlagen.

Categorie 2: Persoonlijke behoeften

Nadat je je vaste lasten betaald hebt, mag je maximaal 30% van je inkomen uitgeven aan persoonlijke behoeften. Hieronder vallen alle uitgaven die elke maand anders (kunnen) zijn, en die niet echt eerste levensbehoeften zijn. Denk bijvoorbeeld aan uit eten gaan, leuke dingen doen, eten bestellen, vakanties, uitgaan, kleding kopen en andere leuke dingen en niet-essentiële zaken. Om voor jezelf helder te krijgen hoeveel jij maandelijks hieraan uitgeeft, kan je het beste een kasboek gebruiken, zoals deze. Het is heel belangrijk om te weten hoe het bij jou zit. Misschien merk je niet eens dat je meer dan 30% uitgeeft aan deze categorie! Maar, daardoor kom je wel in de knoop met de twee andere categoriën en heb je misschien niet genoeg geld om je vaste lasten te betalen, of ben je helemaal niks aan het opbouwen voor de toekomst.

Hoe houd je je aan die 30%?

Als je het moeilijk vind om je aan die 30% te houden, kun je een paar dingen doen. Je kan dit geld bijvoorbeeld op een aparte fun-rekening zetten of contant opnemen aan het begin van de maand. Merk je dat je hierdoor een week koninklijk leeft, en de rest van de maand als een arme sloeber? Dan kan je ook met een weekbudget gaan werken. Elke week maak je dan 1/4e van je maandelijkse budget voor persoonlijke behoeften over naar je persoonlijke behoeften rekening, of neem je contant op. Op alle drie de manieren is het super duidelijk wanneer je geld (bijna) op is, zodat je je uitgaven daarop kunt aanpassen. En omdat je het geld voor je vaste lasten op een andere rekening hebt staan, kun je die gewoon betalen, ook al voelt het misschien alsof je hartstikke blut bent wanneer je persoonlijke behoeften potje leeg is. 

Categorie 3: Sparen, schulden aflossen en beleggen

De laatste 20% van je inkomen gebruik je volgens de 50/30/20-regel om te sparen, beleggen en schulden af te lossen. Dit is misschien wel de belangrijkste categorie van de drie, want door je geld consistent opzij te zetten, werk je echt aan je financiële doelen. Maar, wat doe je dan met deze 20%? Als eerste moet je zorgen voor een gezonde buffer, zodat je onverwachte kosten gewoon kan betalen. Heb je dat geregeld? Dan kan je dit geld sparen voor een grote aankoop (een huis of je eerste auto bijvoorbeeld), beginnen met beleggen, of schulden aflossen. En ja, met alle drie kan je niet jong genoeg beginnen! Want, hoe vroeger je begint, hoe minder geld je per maand apart hoeft te zetten om je doelen te halen. Al helemaal als je het rente-op-rente effect erbij pakt!

Wat als je geld leent bij DUO?

Als je geld leent bij DUO, kan je de 50/30/20 regel grofweg op twee manieren toepassen: je telt je lening mee als inkomen en probeert alsnog 20% van je inkomen opzij te zetten, of je stelt je lening met 20% bij naar beneden en ziet dat als voldoen aan de derde categorie, of een combinatie daarvan. Dat laatste is dan ook mijn advies. Een studieschuld voorkomen is beter dan er nu een opbouwen en ‘m later weer aflossen, dus als je je lening naar beneden bij kan stellen, zou ik dat meteen doen. Ik denk dat het slim is om daarnaast óók nog minimaal 10% van je inkomen apart te zetten. Eerst om te sparen als buffer, en daarna om mee te beginnen met beleggen. Alle ervaring die je op jonge leeftijd opdoet met beleggen, is op latere leeftijd namelijk letterlijk goud waard.

Kan je de 50/30/20-regel aanpassen aan jouw situatie?

Hoewel de 50/30/20-regel een hele goede manier is om je geld op een goede manier te verdelen, is deze methode niet altijd toepasbaar in elke situatie. Je kan daarom best flexibel zijn en de verdeling wat aanpassen, zolang je minimaal 10% van je inkomen opzij zet om te sparen, beleggen of schulden af te lossen en nooit meer dan 80% gebruikt voor je vaste lasten. Door de methode aan te passen aan jouw persoonlijke situatie, kun je hem ook daadwerkelijk uitvoeren én langer volhouden. Woon je bijvoorbeeld in een stad waar de huren enorm hoog zijn, dan is maximaal 50% van je netto inkomen uitgeven aan vaste lasten misschien niet realistisch. Dan kun je ervoor kiezen om 60/20/20 of 60/30/10 als verdeling te hanteren.  

Do not set and forget!

Als je je geldzaken eenmaal goed op orde hebt gebracht, dan wil je dat natuurlijk zo houden! Helaas is de 50/30/20-regel geen kwestie van ‘set it and forget it’. Je leven verandert, en je inkomsten en uitgaven waarschijnlijk ook. Blijf deze daarom echt elke maand je inkomsten en uitgaven evalueren met een kasboekje en pas de verdeling van de drie categorieën aan als dat nodig is. Door actief betrokken te blijven bij je financiën zal je zien dat het helemaal niet zo lastig is om je financiën op de rit te houden, zolang je maar op tijd bijstuurt.

Deel deze blog:

Schrijf je in voor de Skere Student nieuwsbrief

En krijg het ebook 'Iedereen kan beleggen' er gratis bij

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze pagina kan affiliate links bevatten. Als je op deze links klikt of via deze links iets doet, koopt of download, kost dat jou niks extra. Integendeel! Je helpt dan mee om Skere Student draaiende te houden. Alvast bedankt dus :) Hier kan je meer lezen over het gebruik van affiliate links op Skere StudentOok belangrijk om te onthouden: Beleggen kent risico’s. Je kunt je inleg verliezen.

Samenwerken?

Stuur een email om de mogelijkheden te bespreken