1. Verzekeringen
Vooral in Amerika is het heel belangrijk om goed verzekerd te zijn, want daar kunnen de kosten snel hoog oplopen als er iets fout gaat. Het regelen van verzekeringen zag ik erg tegenop, omdat ik het altijd zo ingewikkeld vind wat nou de beste keuze is. Gelukkig viel het uiteindelijk wel mee. Mijn school verplichtte namelijk alle student-athletes om dezelfde Amerikaanse zorgverzekering af te sluiten, dus dat was makkelijk gedaan. Helaas dekte die verzekering alleen zorgkosten die gemaakt werden tijdens school of sporten. Ik wilde dus nog een extra verzekering, voor als ik bijvoorbeeld op een tripje ging in de USA en er dan iets gebeurde. Ik heb daarom mijn Nederlandse reisverzekering gebeld en die hebben me snel geholpen met welke verzekering ik het beste kon nemen. Daarnaast had ik ook nog steeds een Nederlandse zorgverzekering voor de vier maanden per jaar dat ik Nederland was (ja, in Amerika hebben ze veel vakantie). Gelukkig kreeg ik daar zorgtoeslag voor.
2. Stopcontacten
Waar ik voor vertrek totaal niet aan had gedacht, is dat je in Amerika andere stopcontacten hebt. Daardoor pasten al mijn Nederlandse stekkers niet in het stopcontact. Als oplossing had ik een universele wereldstekker gekocht. Dat leek een slim idee, maar was toch vaak onhandig. Mijn laptopoplader was zwaar waardoor die met wereldstekker erbij vaak uit het stopcontact viel. Ook vergat ik hem soms, waardoor ik mijn laptop niet kon opladen tijdens de les. Na een tijdje had ik daarom voor mijn mobiel een Amerikaanse oplader gekocht en achteraf had ik dat ook moeten doen voor mijn laptop. Dat was veel handiger geweest dan een wereldstekker!
3. Vaccinaties
Ik moest voordat ik naar Amerika ging ook een aantal vaccinaties halen. Dat was een soepel proces. Ik maakte online een afspraak bij de GGD in Amsterdam en op de dag zelf stond ik binnen een paar minuten weer buiten. Oke, dat is wat overdreven, want de zuster vond dat ik er zó wit uitzag na het prikken dat ik wat langer moest blijven liggen op de stoel. Blijkbaar kon ik er toch niet zo goed tegen…
4. Rijbewijs
Voordat ik naar de VS ging, werd mij geadviseerd om een internationaal rijbewijs te kopen bij de ANWB. Dus dat doe je dan natuurlijk. Na een bezoekje aan de winkel was ik 20 euro lichter, maar ik had wel een internationaal rijbewijs op zak. Achteraf bleek ik die helemaal niet nodig te hebben. Zelfs toen ik een auto ging huren, vroegen ze er niet naar. Je Nederlandse rijbewijs is namelijk genoeg om legaal te kunnen rijden in Amerika. Het verschilt natuurlijk per staat en per land, maar ik zou voor Amerika niet snel nog een keer een internationaal rijbewijs kopen.
5. Creditcard
Wat was ik blij dat ik van tevoren een creditcard had geregeld! Met een creditcard wist ik vrijwel zeker dat ik overal kon betalen en dat scheelde me veel gedoe. Bovendien kost een studenten creditcard bij ABN Amro maar €1,16 per maand. Sommige teamgenootjes hadden geen creditcard en kwamen daardoor vaak in de problemen doordat ze niet konden betalen. Toch had ik mijn bankzaken zelf ook niet perfect geregeld. Ik had namelijk mijn bank voor vertrek niet geïnformeerd dat ik in Amerika zou zijn en daardoor werd regelmatig mijn kaart geblokkeerd vanwege “onverwachte uitgaven”. Stond ik daar in mijn eentje bij de supermarkt en moest ik mijn bank bellen in Nederland terwijl het daar nacht was… Dat had ik dus wel iets handiger kunnen aanpakken.
6. Kleding
Toen ik naar Amerika ging had ik mijn allerleukste kleding meegenomen. Ik zag me al helemaal op school rondlopen in de beste outfits. Eenmaal aangekomen kwam de cultuurshock, en realiseerde ik me dat Amerikanen bijna letterlijk in hun pyjama naar school gaan. Met een spijkerbroek aan voelde ik me al overdressed! Ik ging dus al snel over op meer sportieve kleding, want dat was sowieso praktisch met elke dag voetbaltraining. Achteraf had ik dus wel een koffer minder kunnen meenemen aan kleding.
Lees ook: Zo verdien je het meeste met je kleding verkopen!
7. Papierwerk
Het vervelendste van mijn voorbereiding om naar de VS te gaan, vond ik het ellendige papierwerk. Dat leek maar niet op te houden! In Amerika willen ze echt alles over je weten. Dat betekent veel papierwerk en vaak moet je bijna dezelfde formulieren meerdere keren invullen. Het is soms niet duidelijk waarom ze zoveel informatie nodig hebben, maar je kunt er niet onderuit. Hier had ik echt eerder mee kunnen beginnen, want het was nog best spannend of ik mijn visum op tijd zou krijgen doordat het papierwerk pas op het laatste moment rond was. Nog spannender vond ik de douane in Amerika. Die is sinds 9/11 heel streng en daar moet je ook allemaal papieren laten zien om te bewijzen dat je daar mag studeren. Gelukkig heb ik het overleefd en viel het uiteindelijk allemaal wel mee.
8. Nederland in mijn koffer
Ik heb ook van tevoren wat Nederlandse dingen gekocht om mee te nemen naar Amerika. Zo heb ik hagelslag en foto’s van vrienden en familie in mijn koffer gedaan. Na een tijd begon ik, tot mijn verbazing, Conimex te missen, dus bracht ik de daaropvolgende zomer een voorraadje mee. Stroopwafels waren erg geliefd bij mijn huisgenootjes dus die nam ik ook elke keer mee als ik weer eens op een neer was geweest. Ook nam ik het spelletje Beverbende mee. Dat werd uiteindelijk onder de sporters een favoriet en het was hilarisch als ze weer vroegen “Can we please play Beverbende?” Daarnaast vond ik het heerlijk om voor het slapen gaan lekker vertrouwd Nederlandse boeken te lezen. Engels spreken de hele dag is best vermoeiend en zo wist ik zeker dat ik het Nederlands nog niet verleerd was 😉
9. Simkaart
Qua telefoonabonnement had ik me eigenlijk niet voorbereid, en dat heb ik geweten ook. Op het moment dat ik landde in Amerika, kon ik daardoor helemaal niemand bellen. In eerste instantie raakte ik daardoor in paniek, maar gelukkig zag ik een teamgenootje toevallig ook in de rij staan voor de douane en was er wifi op het vliegveld waardoor het uiteindelijk helemaal goed kwam. Een paar dagen later bestelde ik een Amerikaanse simkaart en die heb ik vervolgens drie jaar lang gebruikt. Je kan ook je Nederlandse simkaart in het buitenland gebruiken, maar dat zou ik niet perse aanraden. Behalve binnen de Europese Unie is je sim in het buitenland gebruiken namelijk ontzettend duur!
10. Highlight video
Als je graag met een sportbeurs in Amerika wil studeren, vereist dat extra voorbereiding. Een belangrijk onderdeel hiervan is het maken van een highlight video. Deze video, met jouw beste sportacties, speelt vaak een doorslaggevende rol in de beslissing van een coach om je al dan niet in het team op te nemen en een sportbeurs aan te bieden. Om zo’n video te kunnen samenstellen, is het aan te raden om zo vroeg mogelijk te beginnen met het vastleggen van je wedstrijden. Ik had dit graag eerder willen weten, want het was nog best een klus om m’n wedstrijden gefilmd te krijgen. Probeer daarom zoveel mogelijk video’s te verzamelen waarop jij in actie bent, zelfs goede prestaties tijdens oefenwedstrijden kunnen waardevol zijn!
Waag de sprong!
Ondanks al deze voorbereidingen, kan ik oprecht zeggen dat studeren in het buitenland een onvergetelijke ervaring is geweest. Ja, het vereiste veel planning en leverde soms een beetje stress op, maar het was het allemaal waard. Het heeft me niet alleen een betere student en voetbalster gemaakt, maar ook een (wereld)wijzer persoon. Als je overweegt om in het buitenland te studeren, heb ik je met deze blog hopelijk een beetje voorbereid en misschien zelfs geënthousiasmeerd. Pak je koffers (maar niet te vol), regel je papierwerk (op tijd!), en ga met een open mind het avontuur tegemoet. Geloof me, je zult terugkijken op deze tijd als een van de meest leuke ervaringen van je leven! En wie weet, misschien neem je ook een beetje van het buitenland mee terug in je koffer – niet alleen souvenirs, maar ook levenslessen en onvergetelijke herinneringen.
Deze blog is geschreven in samenwerking met ABN Amro.